Spring naar content

Kort- en langdurend zorgverlof

Terug

Het opnemen van zorgverlof stelt de werknemer in staat de zorg voor een naaste op zich te nemen. Denk hierbij aan de partner, een (inwonend) kind of een eigen ouder. Afhankelijk van de situatie kan er sprake zijn van kort- of langdurend zorgverlof. Aan beide vormen zijn voorwaarden gesteld.

Kortdurend zorgverlof

Een werknemer kan een beroep doen op het recht op kortdurend zorgverlof als dit noodzakelijk is voor de verzorging van een zieke partner, (inwonend) kind, eigen ouder, broers en zussen, grootouders en kleinkinderen, huisgenoten of anderen in de sociale omgeving. Deze noodzaak betreft:

  • de behoefte aan zorg;
  • de omstandigheid dat de zorg door de betreffende werknemer moet worden verleend en de zorg niet op andere wijze kan worden verschaft;
  • ‘onvoorziene omstandigheden’ als grondslag van verlof en explicitering van ziekenhuisbezoek door de werknemer en noodzakelijke begeleiding van naasten bij medische zorg.

Zelfstandigen hebben geen recht op kortdurend zorgverlof.

Verlof weigeren 
De sportorganisatie kan dit verlof weigeren als deze een zodanig zwaarwegend bedrijfsbelang heeft dat het belang van de werknemer daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.

Duur van het verlof 
De duur van het verlof bedraagt per twaalf maanden ten hoogste tweemaal de arbeidsduur per week. Voor voltijders die vijf dagen werken komt dit neer op maximaal tien dagen of twee weken per jaar.

Voor wie kan kortdurend zorgverlof worden opgenomen? 
De zorgbehoevenden voor wie kortdurend zorgverlof kan worden opgenomen, kunnen als volgt nader worden aangeduid:

  • de partner: de echtgenoot of echtgenote, de geregistreerde partner of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont;
  • het kind: een inwonend kind tot wie de werknemer als ouder in een familierechtelijke betrekking staat of een inwonend kind van de partner (zoals hiervoor omschreven) van de werknemer. Onder bepaalde voorwaarden geldt dit recht tevens voor een inwonend pleegkind voor wie de werknemer duurzaam de zorg en opvoeding op zich heeft genomen;
  • de eigen ouders van de werknemer;
  • broers en zussen, grootouders en kleinkinderen, huisgenoten of anderen in de sociale omgeving;
  • ‘onvoorziene omstandigheden’ als grondslag van verlof en explicitering van ziekenhuisbezoek door de werknemer en noodzakelijke begeleiding van naasten bij medische zorg.

Voorwaarden voor het recht op kortdurend zorgverlof 
Aan het opnemen van kortdurend zorgverlof worden de volgende voorwaarden gesteld:

  • de werknemer meldt het opnemen van dit verlof zo mogelijk vooraf aan de sportorganisatie onder opgave van de reden. Is dit niet mogelijk, dan dient hij dat zo spoedig mogelijk alsnog te doen. De werknemer moet daarbij tevens de omvang, de wijze van opneming en de vermoedelijke duur van het verlof aangeven;
  • de sportorganisatie kan het verlof weigeren als deze een zodanig zwaarwegend bedrijfsbelang heeft dat het belang van de werknemer daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. De sportorganisatie dient dit dan terstond aan de werknemer kenbaar te maken. Dit kan dus niet na enkele dagen alsnog;
  • de sportorganisatie kan achteraf van de werknemer verlangen dat hij aannemelijk maakt dat hij zijn arbeid niet heeft verricht vanwege de noodzakelijke verzorging van een persoon uit de kring van zorgbehoevenden die hiervoor nader zijn aangeduid. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een bewijsstuk van een ziekenhuis- of doktersbezoek van de zorgbehoevende of een verklaring van het kinderdagverblijf dat het kind wegens ziekte niet kon worden opgevangen;
  • indien de werknemer tijdens dit verlof een uitkering krijgt uit een (wettelijke) verzekering of een (sociaal) fonds dat uit de arbeidsovereenkomst voortvloeit, kan de sportorganisatie het loon verminderen met het bedrag van de uitkering;
  • de sportorganisatie kan het loon verminderen met door de sportorganisatie vergoede onkosten (zoals reiskosten) als de werknemer deze heeft bespaard door het niet verrichten van zijn arbeid;
  • dit verlof kan niet in mindering worden gebracht op de vakantieaanspraken.

Recht op loon
Gedurende het kortdurend zorgverlof heeft de werknemer in beginsel recht op zeventig procent van het loon, maar er geldt een minimum- en een maximumgrens:

  • als het loon meer bedraagt dan het maximum dagloon, hoeft voor de berekening van dit percentage uitsluitend het maximum dagloon in aanmerking te worden genomen;
  • als zeventig procent van het loon zou uitkomen onder het voor de werknemer geldende minimumloon, dan moet dit minimumloon worden betaald tijdens dit verlof.

Langdurend zorgverlof

Werknemers hebben recht op langdurend zorgverlof als de partner, de eigen ouder of een (inwonend) kind van de werknemer noodzakelijke zorg verlangen, in geval van ziekte en hulpbehoevendheid. Werknemers die zorgen voor broers en zussen, grootouders en kleinkinderen, huisgenoten of anderen in de sociale omgeving kunnen aanspraak maken op kort- en langdurend zorgverlof. De sportorganisatie kan dit verlof vooraf weigeren als ze een zodanig zwaarwegend bedrijfsbelang heeft dat het belang van de werknemer daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. De duur van het verlof is in totaal zesmaal de wekelijkse arbeidsduur gedurende een periode van maximaal twaalf weken, voor maximaal de helft van de wekelijkse arbeidsduur.

Voor wie kan langdurend zorgverlof worden opgenomen?
Hiervoor gelden dezelfde regels als bovenstaand voor het kortdurend zorgverlof.

Voorwaarden voor het recht op langdurend zorgverlof 
Aan het opnemen van langdurend zorgverlof worden de volgende voorwaarden gesteld:

  • het kind, de partner of de ouder van de werknemer moet levensbedreigend ziek zijn. Onder levensbedreigende ziekte wordt een gezondheidssituatie verstaan die zo ernstig is dat volgens objectieve medische maatstaven het leven van de persoon op korte termijn ernstig gevaar loopt;
  • de sportorganisatie kan van de werknemer vragen dat deze aannemelijk maakt dat de persoon ten behoeve van wie hij verlof aanvraagt levensbedreigend ziek is. Als de werknemer daarom gevraagd wordt, verstrekt hij schriftelijk aanvullende informatie waarover hij redelijkerwijs en op korte termijn kan beschikken. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een verklaring van een arts of feitelijke informatie uit het medisch dossier van de zorgbehoevende. Een arts kan een dergelijke verklaring dan wel informatie uit het medisch dossier alleen verstrekken op verzoek van de zorgbehoevende. Als de sportorganisatie aanvullende informatie vraagt, wordt de beslissingstermijn van een week voor de sportorganisatie verlengd met het aantal dagen dat de werknemer niet heeft voldaan aan dit verzoek;
  • als de sportorganisatie overweegt om het verzoek niet in te willigen vanwege een zwaarwegend bedrijfsbelang, moet overleg gepleegd worden met de werknemer;
  • de beslissing op het verzoek om verlof moet de sportorganisatie schriftelijk aan de werknemer meedelen. Als het niet wordt toegekend, dan moeten de redenen daarvoor ook schriftelijk worden meegedeeld;
  • de sportorganisatie kan een eenmaal toegekend verlof niet wijzigen of intrekken, ook niet als de bedrijfsomstandigheden gewijzigd zijn;
  • het verlof kan eerder ingaan dan twee weken nadat de werknemer zijn verzoek heeft ingediend als de sportorganisatie daarmee instemt;
  • het verlof moet aaneengesloten worden opgenomen;
  • het verlof bedraagt in elke periode van twaalf achtereenvolgende maanden ten hoogste zes maal de arbeidsduur per week;
  • werknemers kunnen gedurende een periode van twaalf weken voor de helft van hun wekelijkse arbeidsduur verlof opnemen (in totaal bedraagt het verlof dan zes weken). De werknemer kan de sportorganisatie verzoeken om een andere wijze van opnemen van verlof, bijvoorbeeld om zes weken voltijdverlof of om een langere periode dan twaalf weken, tot ten hoogste achttien weken. Het verlof mag niet over een langere periode dan achttien weken gespreid worden. Voor parttimers geldt het verlof naar rato: als een werknemer bijvoorbeeld twintig uur per week werkt, kan hij gedurende twaalf weken verlof opnemen voor tien uur per week;
  • het verlof eindigt na de maximale duur of zoveel eerder als de situatie van levensbedreigende ziekte gewijzigd is.

Recht op uitkering en financiering 
Gedurende het langdurend zorgverlof heeft de werknemer geen recht op loon. Tot de introductie van de levensloopregeling per 1 januari 2006 konden werknemers voor de financiering van het langdurend zorgverlof gebruikmaken van de deblokkeringsmogelijkheid in de spaarloonregeling en eventueel van de fiscale verlofspaarregeling.

Vakantiedagen
De dagen dat de werknemer langdurend zorgverlof opneemt, kunnen niet als vakantiedagen worden aangemerkt. Bij langdurend zorgverlof wordt, net als voor zwangerschaps- en bevallingsverlof en verlof bij adoptie en duurzame pleegzorg, een uitzondering gemaakt op de hoofdregel dat de opbouw van vakantieaanspraken wordt gekoppeld aan het loon. Tijdens deze onbetaalde verlofperiode vindt wel opbouw van vakantieaanspraken plaats.