Spring naar content

Vrijwilligers

Terug

Vrijwilligers spelen een belangrijke rol in veel sportorganisaties, ook als de sportorganisatie gebruikmaakt van betaalde krachten. Het is daarom belangrijk goed voor de vrijwilligers te zorgen. Deze zorg verschilt niet veel van de zorg voor werknemers. Op deze pagina vind je informatie over verschillende onderwerpen waarmee de sportorganisatie te maken kan krijgen, zoals het aangaan van een vrijwilligersovereenkomst en het betalen van (onkosten)vergoedingen. 

Wanneer ben je een vrijwilliger?

De vrijwilligersregeling is in het leven geroepen om tegemoet te komen aan het verlangen naar een duidelijke regeling voor het verstrekken van geringe kostenvergoedingen aan vrijwilligers. Die vrijwilligersvergoedingen zijn vrijgesteld voor de belasting- en premieheffing. Met andere woorden: de vergoeding die vrijwilligers ontvangen voor vrijwilligerswerk hoeft niet als inkomsten aan de Belastingdienst te worden opgegeven en sportorganisaties zijn geen loonheffing verschuldigd. Je bent vrijwilliger als je aan de volgende 4 voorwaarden voldoet:

  1. Je verricht werkzaamheden voor:
    • een organisatie die niet is onderworpen aan vennootschapsbelasting of daarvan is vrijgesteld;
    • een sportvereniging of sportstichting;
    • een ANBI;
  2. Je bent niet in dienst bij de organisatie, sportvereniging of sportstichting.
  3. Je doet de werkzaamheden niet voor uw beroep.
  4. De vergoeding die je voor het werk krijgt, is een vrijwilligersvergoeding. Dat wil zeggen dat de vergoeding zo laag is dat deze niet in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk.

Geen vrijwilliger
In de volgende gevallen ben je geen vrijwilliger:

  1. Je doet de werkzaamheden voor jouw beroep;
  2. Je bent in dienst bij een organisatie die niet is onderworpen aan vennootschapsbelasting of daarvan is vrijgesteld;
  3. Je bent in dienst bij een ANBI;
  4. De vergoeding die je voor het werk krijgt, is geen vrijwilligersvergoeding;
    Dat wil zeggen dat de vergoeding in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk.

Vrijwilliger of werknemer?
De sport draait op veel vrijwilligers. Geef je ze een vergoeding? Dan zijn zij mogelijk in dienst. Is dat het geval, dan moet je ook loonheffingen inhouden. Het is niet altijd eenvoudig om te bepalen of iemand in dienst is. Als je mensen in dienst neemt, moet je als sportclub of organisator van sportevenementen aangifte loonheffingen doen en loonheffingen betalen. Je kunt bijvoorbeeld spelers, trainers, verzorgers en ander personeel in dienst nemen. Je moet je dan bij de Belastingdienst aanmelden als werkgever. Over betalingen aan artiesten, beroepssporters of vrijwilligers moet je soms ook loonheffingen betalen. Ook in dat geval moet je je als werkgever aanmelden. De scheidslijn tussen vrijwilligers en werknemers is niet altijd eenvoudig vast te stellen. Daarom heeft de Belastingdienst daar informatie over op een rij gezet.

Stroomschema ‘bepaal arbeidsrelatie‘
Weet je niet zeker of de overeenkomst betrekking heeft op een vrijwillige dienstbetrekking of arbeid in loondienst? Dan kan je gebruik maken van het stroomschema ‘bepaal arbeidsrelatie’. De WOS heeft dit stroomschema zo ontwikkeld dat door middel van het beantwoorden van een aantal vragen direct duidelijk is welke overeenkomst van toepassing is voor jouw organisatie! Je vind het stroomschema onderaan de kennispagina Modelovereenkomsten en -contracten

Vrijwilligersvergoeding
Als je vrijwilligerswerk doet (bijvoorbeeld verenigingswerk of buurtwerk), krijg je soms een vergoeding. Deze vergoeding is in de volgende 3 gevallen niet belast:

  1. Je krijgt voor jouw inzet een vergoeding die zo laag is dat deze niet in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk. Dan krijg je een vrijwilligersvergoeding. Als je aan bepaalde voorwaarden voldoet, is deze vergoeding niet belast.
  2. Je krijgt alleen maar een vergoeding voor de kosten die je hebt gemaakt. Dan is deze vergoeding niet belast.
  3. Je krijgt een vergoeding voor jouw inzet én voor jouw kosten. Als je aan bepaalde voorwaarden voldoet, is de vergoeding niet belast.

Doe je vrijwilligerswerk voor een ANBI? Als je aan bepaalde voorwaarden voldoet, mag je een bedrag aftrekken als een gewone gift.

Vrijwilligersvergoeding (inzet)

In de volgende gevallen krijg je een vrijwilligersvergoeding:

  • Je bent 21 jaar of ouder en je hebt afgesproken dat je voor jouw inzet per uur een vergoeding ontvangt. Je krijgt in 2024 een vergoeding van maximaal € 5,50 per uur, met een maximum van €210 per maand (in 2023 €190 en in 2022 €180) en/of € 2.100 per jaar (in 2023 €1.900 en in 2022 €1.800). Deze maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoeding voor jouw inzet.
  • Je bent jonger dan 21 jaar en je hebt afgesproken dat je voor jouw inzet per uur een vergoeding ontvangt. Je krijgt in 2024 een vergoeding van maximaal € 3,25 per uur, met een maximum van €210 per maand (in 2023 €190 en in 2022 €180) en/of €2.100 per jaar (in 2023 €1.900 en in 2022 €1.800). Deze maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoeding voor jouw inzet.
  • Je ontvangt een vergoeding die zo laag is dat deze niet in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk. Je hebt niet afgesproken dat je voor jouw inzet per uur een vergoeding ontvangt. Dan mag in 2024 de vergoeding maximaal €210 per maand
  • Je bent 21 jaar of ouder en je hebt afgesproken dat je voor jouw inzet per uur een vergoeding ontvangt. Je krijgt in 2024 een vergoeding van maximaal € 5,50 per uur, met een maximum van €210 per maand (in 2023 €190 en in 2022 €180) en/of € 2.100 per jaar (in 2023 €1.900 en in 2022 €1.800). Deze maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoeding voor jouw inzet.

Als je in 2024 meer dan €210 per maand (in 2023 €190 en in 2022 €180) en/of € 2.100 per jaar (in 2023 €1.900 en in 2022 €1.800) ontvangt, heb je géén vrijwilligersvergoeding.

Als je alleen deze vrijwilligersvergoedingen krijgt, dan zijn deze onbelast. De organisatie waarvoor je vrijwilligerswerk doet hoeft deze vergoedingen niet aan de Belastingdienst door te geven. Krijg je een hogere vergoeding? Dan is deze alleen onbelast als de vergoeding kostendekkend is. Dat wil zeggen dat je met deze vergoeding de kosten die je maakt kunt betalen. Zie hiervoor de paragraaf ‘Vergoeding voor gemaakte kosten’.

Vrijwilligerswerk als je een bijstandsuitkering hebt
Krijg je een bijstandsuitkering en daarnaast een vergoeding voor vrijwilligerswerk? Dan verandert de hoogte van jouw uitkering niet als de vrijwilligersvergoeding in 2024 niet hoger is dan €210 per maand (in 2023 €190 en in 2022 €180) en/of € 2.100 per jaar (in 2023 €1.900 en in 2022 €1.800).

Ben je jonger dan 27 jaar?
Dan kan een vergoeding voor vrijwilligerswerk wél gevolgen hebben voor de hoogte van jouw uitkering. Dit hangt af van het soort vergoeding. Gaat het om een algemene kostenvergoeding, dan wordt je gekort op jouw uitkering. Bij een vergoeding voor daadwerkelijk gemaakte onkosten gebeurt dat niet.

Wanneer wordt de vrijwilligersvergoeding belast als loon?
Het kan zijn dat je als vrijwilliger meer ontvangt dan bovengenoemde vergoedingen. En dat het bedrag ook hoger is dan de door jou gemaakte kosten. De hele vergoeding is dan belast voor de inkomstenbelasting. Je geeft deze inkomsten op in jouw aangifte inkomstenbelasting.

Werk je bij verschillende organisaties als vrijwilliger? En krijg je per organisatie niet meer dan de maximum vergoeding, maar alles bij elkaar opgeteld wel? Dan moet je de vergoedingen opgeven in jouw aangifte inkomstenbelasting en is de vergoeding belast met inkomstenbelasting tenzij de vergoeding jouw kosten dekt.

Voorbeelden
Voorbeeld 1: vrijwilligersvergoeding
Je werkt als vrijwilliger bij een vereniging. Je bent bestuurslid en je ontvangt daarvoor € 125 per maand. Je hebt een vrijwilligersvergoeding.

Voorbeeld 2: geen vrijwilligersvergoeding
Je bent advocaat en je werkt als vrijwilliger bij een stichting. Namens de stichting dien je bij de rechtbank een pro forma bezwaar in. Dit kost je 5 minuten van jouw tijd. De stichting betaalt je daarvoor éénmalig een bedrag van €210. Deze vergoeding is te hoog voor de omvang en het tijdsbeslag van het werk. Je hebt géén vrijwilligersvergoeding.

Vergoeding voor gemaakte kosten

Krijg je alleen een vergoeding voor gemaakte kosten? Dan is deze vergoeding niet belast. Vergoedingen voor de kosten die je hebt gemaakt, zijn onder meer vergoedingen voor de gemaakte reiskosten. Of voor de kosten van papier, postzegels en dergelijke. Als je bijvoorbeeld voor het vrijwilligerswerk reist met jouw eigen auto, dan mag de organisatie je een kilometervergoeding geven. Deze vergoeding mag kostendekkend zijn. Voor jouw auto is dat de gemiddelde kilometerprijs waarvoor je rijdt. De kilometervergoeding mag dus meer bedragen dan de grens van € 0,21 per kilometer die voor werknemers in loondienst geldt.

Vergoeding voor inzet en voor kosten

Krijg je behalve een vergoeding voor jouw inzet ook een gespecificeerde kostenvergoeding? Dan heb je een vrijwilligersvergoeding als je aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • Je bent 21 jaar of ouder en je hebt afgesproken dat je voor jouw inzet per uur een vergoeding ontvangt. Je krijgt in 2024 een vergoeding van maximaal € 5,50 per uur, met een maximum van €210 per maand (in 2023 €190 en in 2022 €180) en/of € 2.100 per jaar (in 2023 €1.900 en in 2022 €1.800). Deze maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoeding voor jouw inzet.
  • Je bent jonger dan 21 jaar en je hebt afgesproken dat je voor jouw inzet per uur een vergoeding ontvangt. Je krijgt in 2024 een vergoeding van maximaal € 3,25 per uur, met een maximum van € 210 per maand (in 2023 €190 en in 2022 €180) en/of € 2.100 per jaar (in 2023 €1.900 en in 2022 €1.800). Deze maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoeding voor jouw inzet.
  • Je ontvangt een vergoeding die zo laag is dat deze niet in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk. Je hebt niet afgesproken dat je voor jouw inzet per uur een vergoeding ontvangt. Dan mag in 2024 de vergoeding maximaal €210 per maand (in 2023 €190 en in 2022 €180) en/of € 2.100 per jaar zijn (in 2023 €1.900 en in 2022 €1.800). Deze maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoeding voor jouw inzet.

Als je in 2024 meer dan €210 per maand (in 2023 €190 en in 2022 € 180) en/of € 2.100 per jaar (in 2023 €1.900 en in 2022 € 1.800) ontvangt, heb je géén vrijwilligersvergoeding.

Voorbeeld
Je bent vrijwilliger bij een vereniging. Je bent ouder dan 21 jaar. Je ontvangt een vergoeding van € 4 per uur. Daarnaast declareer je reiskosten. Je ontvangt hiervoor iedere week € 48. Per maand ontvang je € 218. Dat is meer dan het maximum per maand. Je ontvangt géén vrijwilligersvergoeding.

FAQ vrijwilligers

De vrijwilligersregeling roept veel vragen op. Hierna worden veelvoorkomende vragen beantwoord. 

De wijze van vastlegging kan ongeacht de hoogte van de vergoeding op dezelfde wijze plaatsvinden als bij een ‘vrijwilliger in fiscale zin’ (dus wiens vergoeding wel binnen de normering blijft). De modellen die op www.sportwerkgever.nl beschikbaar worden gesteld, kunnen overeenkomstig worden toegepast. Het is echter wel heel belangrijk dat in deze situatie steeds wordt beoordeeld of de sportorganisatie zich niet ‘onbedoeld’ als echte ‘werkgever’ gaat gedragen. Bij twijfel is het altijd raadzaam een (fiscaal) jurist of de Belastingdienst te raadplegen.

Er zijn altijd afspraken die binnen de sportorganisatie gelden waarvan het handig is om ze vast te leggen. Ook kan het verstandig zijn om afspraken over vergoedingen te onderbouwen en vast te leggen. Bij het vastleggen van de afspraken is het wel van belang om duidelijk voor ogen te hebben welke zaken men wil regelen en vastleggen. Afspraken met vrijwilligers zullen dikwijls een andere doelstelling en inhoud hebben dan afspraken met werknemers. Op www.sportwerkgever.nl staan modellen van arbeidsovereenkomsten, een vrijwilligersovereenkomst en een vrijwillige spelersovereenkomst.

 Is de vrijwilligersregeling niet van toepassing, dan moet de vergoeding in de belastingheffing worden betrokken. De sportorganisatie moet dan toetsen op welke manier. Hiervoor geldt de volgende toets:

  • Is de vergoeding aan te merken als loon uit dienstbetrekking? De sportorganisatie moet loonheffing inhouden en afdragen.
  • Hebt u iemand betaald voor bepaalde werkzaamheden of diensten die niet bij u in loondienst is en ook niet werkt in het kader van een onderneming of zelfstandig beroep? Dan moet u informatie over die uitbetaling uit 2023 bij de Belastingdienst vóór 1 februari 2024 aanleveren. Dit proces wordt ook wel ‘uitbetaalde bedragen aan derden’ (UBD) genoemd. In 2022 is een uitgebreidere meldplicht in de wet opgenomen voor bedrijven die bedragen betalen aan derden.
  • Vervanging van de IB-47
    In de wet is altijd al een verplichting opgenomen geweest om via het zogenoemde IB-47 formulier financiële informatie aan de Belastingdienst te verstrekken over aan derden uitbetaalde bedragen en verstrekkingen in natura. Onder die ‘IB-47 regeling’ stond de wet niet toe het Burgerservicenummer (BSN) van derden aan de Belastingdienst te verstrekken. Doordat het Burgerservicenummer bij de informatie ontbreekt kan de Belastingdienst de aangeleverde gegevens moeilijk verwerken in de administratieve systemen. Om de verwerking van de gegevens soepel te laten verlopen is een uitgebreidere meldplicht ingevoerd waarbij de gegevens met het Burgerservicenummer moeten worden verstrekt.
  • Nieuwe regeling geeft extra administratieve lasten
    De nieuwe meldplicht (ook wel renseigneringsverplichting genoemd) geldt vanaf 1 januari 2022. Deze nieuwe meldplicht is zonder meer van toepassing voor de meeste bedrijven ook als de Belastingdienst niet heeft verzocht om aanlevering van gegevens. De nieuwe meldplicht is daarmee breder dan de huidige IB-47 regeling en brengt extra administratieve verplichtingen voor bedrijven met zich mee.
  • Welke gegevens moet ik doorgeven in de opgaaf UBD?
    U levert de volgende gegevens aan:
    – het bedrag dat u hebt uitbetaald. Hebt u meerdere bedragen uitbetaald, dan mag u die bij elkaar optellen
    – de datum van uitbetaling. U mag ook 2023-12-31 invullen
    – de voorletters en achternaam naam van de persoon aan wie u hebt uitbetaald
    – het adres van die persoon
    – de geboortedatum van die persoon
    – het burgerservicenummer (BSN) van die persoon
  • Meer informatie
    De Belastingdienst heeft een uitgebreid document gepubliceerd met vragen en antwoorden over de uitbetaalde bedragen aan derden (UBD): https://gegevensportaal.belastingdienst.nl/portal/document/288

De vrijwilligersregeling geldt wanneer de vergoeding per uur niet-marktconform is. De Belastingdienst hanteert hierbij twee toetscriteria: Tot 21 jaar wordt een vergoeding van maximaal 3,25 euro per uur als niet-marktconform aangemerkt. Is de vrijwilliger 21 jaar of ouder, dan wordt een vergoeding van maximaal 5,50 euro per uur als niet-marktconform aangemerkt.

Bij de beantwoording van deze vraag moet onderscheid worden gemaakt tussen ‘overeenkomen’ en ‘toekennen’. Het is niet toegestaan om met de vrijwilliger een vaste vergoeding van (maximaal) 2.100 euro per jaar in een of twee betaaltermijnen overeen te komen. Immers, niet zeker is of de ureninzet feitelijk plaatsvindt. Wordt dit bedrag in een of twee keer uitbetaald en blijkt dat omgerekend de uur- en maandnorm onbedoeld worden overschreden? Dan is de vrijwilligersregeling niet van toepassing. De sportorganisatie kan wel een vast bedrag per evenement overeenkomen die periodiek of één keer per jaar – bijvoorbeeld op declaratiebasis – wordt uitbetaald. Is die vaste vergoeding omgerekend per uur niet-marktconform (lager dan maximaal 5 euro per uur) en wordt in de maand waarin de evenementen plaatsvinden de maandnorm niet overschreden? Dan valt de vergoeding binnen de vrijwilligersnormering. In dat geval mag de vergoeding ook later feitelijk worden uitbetaald. Het is raadzaam om deze afspraak goed vast te leggen.

De waarde van een kerstborrel moet bij de toetsbedragen worden opgeteld. Uit pragmatische overwegingen kan de waarde van de kerstborrel worden gedeeld door het aantal genodigden en kan het bedrag per persoon bij de aanwezige vrijwilligers in aanmerking worden genomen.

Er is geen voorgeschreven registratie. Op www.sportwerkgever.nl is een voorbeeldmodel beschikbaar. Vindt een werkelijke kostenvergoeding plaats dan moeten de kostendeclaraties met de nota bij de administratie worden bewaard.

Wordt aan de voorwaarden van de vrijwilligersregeling voldaan, dan hoeft de sportorganisatie de betalingen aan de vrijwilliger niet aan de Belastingdienst te melden. De vereniging moet in de volgende situatie wel de betaling door middel van een zogenaamde IB 47-melding doorgeven aan de Belastingdienst: 

  • de vrijwilligersvergoeding bestaat uit meer dan uitsluitend een vergoeding van de werkelijke kosten; en 
  • is tenminste marktconform (hoger dan 5,50 euro) of is hoger dan 210 euro per maand of 2.100 euro per jaar; en 
  • de rechtsverhouding is niet aan te merken als een privaatrechtelijke of een fictieve dienstbetrekking.

De vrijwilliger mag een vergoeding (in geld) of verstrekking (in natura) krijgen in redelijkheid voor de noodzakelijke kosten bij de uitvoering van zijn taken als vrijwilliger. De kosten van opleiding, scholing en training vallen hieronder. Vergoedt de sportorganisatie ook nog een vast bedrag, dan moet wel aan de vrijwilligersnormering getoetst worden (uur-, maand- en jaartoets).

Zie antwoord op vraag 3. De sportorganisatie mag – binnen de systematiek van een kostenvergoeding op declaratiebasis – de werkelijke gesprekskosten vergoeden. Blijkt uit een reeks van declaraties dat de werkelijke kosten een vast verloop kennen, kan wellicht met de Belastingdienst worden afgesproken dat dit bedrag als vaste (onderbouwde) kostenvergoeding mag worden aangemerkt. De afschrijvingskosten van de telefoon zullen niet als kosten voor de sportorganisatie zijn aan te merken. Bij een dergelijke afspraak moet weer worden getoetst aan de bedragen van de vrijwilligersnormering (uur-; maand- en jaartoets). Schaft de vrijwilliger speciaal voor het vrijwilligerswerk een telefoon aan die aantoonbaar alleen voor het vrijwilligerswerk wordt gebruikt, kan hiervoor een vergoeding plaatsvinden. Het is aanbevelenswaardig om de hoogte daarvan met de Belastingdienst af te stemmen.

Er gelden geen uitzonderingen voor bestuursleden. De sportorganisatie kan hen dus de werkelijke kosten of een forfaitaire maximale vergoeding toekennen. Wordt geen werkelijke kostenvergoeding toegekend, dan moet eerst worden getoetst of de vergoeding per uur niet-marktconform is (maximaal 5,50 euro per uur voor 21 jaar en ouder). Vervolgens moet worden getoetst of niet meer van 210 euro per maand en niet meer dan 2.100 euro per jaar wordt toegekend. De enige manier om een ‘hogere’ vergoeding te betalen, is het aantonen dat een marktconforme beloning voor bestuursleden hoger is dan het bedrag dat aan deze bestuursleden wordt toegekend. Maar let op: is een hogere vergoeding dan 5,50 euro niet-marktconform, dan moet de totale vergoeding nog steeds binnen de maand- en jaarmaxima blijven (tenzij alleen de werkelijke kosten worden vergoed).

Zie antwoord op vraag 3. Het bedrag van de vrijgestelde contributie moet samen met andere vergoedingen of verstrekkingen binnen de vrijwilligersnormering blijven.

Zie antwoord op vraag 3. De waarde van verstrekte kleding (normale prijs) moet samen met andere vergoedingen of verstrekkingen binnen de vrijwilligersnormering blijven. Wordt de kleding tijdens de competitie of bij evenementen tijdelijk ter beschikking gesteld en wordt die na het evenement weer ingeleverd, dan hoeft geen toetsing aan de vrijwilligersnormering plaats te vinden. Neemt de vrijwilliger de kleding tijdens de competitie of het evenement mee naar huis dan zit hier wel een beloningselement in dat getoetst moet worden aan de vrijwilligersnormering.

Je moet dan denken aan werkelijke zakelijke kosten die de vrijwilliger voor de club maakt, zoals:

  • vergoeding van kosten van aankopen voor de sportorganisatie (stopwatch, materiaal voor een training/wedstrijd etc.);
  • telefoonkosten (werkelijk bedrag van gevoerde telefoongesprekken);
  • reiskosten (werkelijke kilometerprijs van de gebruikte auto/kosten openbaar vervoer); werkelijke kosten van gebruik van de printer/cartridges.

Betaalt de sportorganisatie een vergoeding die binnen de vrijwilligersnormering blijft – inclusief de kosten van eventuele consumpties, maaltijden of andere verstrekkingen – dan is de vrijwilligersregeling gewoon van toepassing. De waarde is het bedrag dat voor de consumptie of maaltijd (bijvoorbeeld in de kantine) moet worden afgerekend. Bijvoorbeeld: De vrijwilliger krijgt gedurende 10 maanden per jaar 15 euro per training of wedstrijd; er zijn 4 trainingen en 4 wedstrijden per maand en 80 trainingen en wedstrijden per jaar. De tijdsbesteding per training en wedstrijd is 3 uur en 20 minuten. Bij elke wedstrijd krijgt de vrijwilliger een lunch ter waarde van 7,50 euro. De vrijwilliger krijgt dan per maand 120 euro en per jaar 1.200 euro als wedstrijdvergoeding. De lunches zijn op maandbasis 30 euro waard en op jaarbasis 300 euro. In totaal krijgt de vrijwilliger dus 150 euro per maand en 1.500 euro per jaar. Hiermee blijft de vergoeding binnen de vrijwilligersnormering.

Betaalt de sportorganisatie een vergoeding voor werkelijke kosten op declaratiebasis, dan moet je goed opletten: de werkelijke kostenvergoeding mag uitkomen boven de genoemde normbedragen, maar dan moet het om echte zakelijke kosten gaan. Echte zakelijke kosten zijn bijvoorbeeld: reiskosten, kosten van kleine aankopen die nodig zijn voor de training, wedstrijd e.d. (zie ook vraag 4). Vergoeding van privékosten (lunches, contributievrijstelling etc.) worden door de Belastingdienst niet als zakelijke kosten aangemerkt. Wordt naast de kostenvergoeding op declaratiebasis een extra vergoeding of verstrekking toegekend voor privékosten, dan moet de totale waarde van de vergoedingen en verstrekkingen voor toepassing van de vrijwilligersregeling alsnog binnen de vrijwilligersnormering blijven! De sportorganisatie moet dus kiezen:

  • of alleen de werkelijke zakelijke kosten worden vergoed;
  • of de waarde van alle vergoedingen en verstrekkingen samen blijft binnen de vrijwilligersnormering.

Elke sportorganisatie mag per vrijwilliger toetsen of vergoedingen en verstrekkingen van die organisatie binnen de vrijwilligersregeling blijven. Blijft de vergoeding binnen de norm, hoeft de sportorganisatie de vergoeding niet aan de Belastingdienst te melden. Is een vrijwilliger bij meer sportorganisaties actief, mag hij de vrijwilligersvrijstelling in zijn aangifte inkomstenbelasting maar één keer benutten. Overschrijdt de totale vergoeding de normbedragen, dan is het totaal in de heffing van inkomstenbelasting overigens volledig belast zonder rekening te houden met eenmaal de vrijstelling. Dit laatste speelt zich dus af buiten de sportorganisatie om.

Voor het tegemoetkomen in de extra kosten van vrijwilligers als gevolg van het vrijwilligerswerk, zonder op fiscale risico’s te stuiten, kan je twee wegen bewandelen:

    1. Vergoeding op declaratiebasis: alleen vergoeding voor gemaakte extra kosten* als gevolg van het vrijwilligerswerk. Je kent uitsluitend een vergoeding toe voor werkelijke, in redelijkheid gemaakte en door betaalbewijzen extra aangetoonde kosten die samenhangen met de verrichte vrijwilligerswerkzaamheden. Aan deze variant kleeft geen maximum zolang je de kosten kunt (laten) aantonen. Let op: je mag bij deze vrijwilligersvergoeding niet tevens een vergoeding voor bestede tijd toekennen. Wil je dat toch? Dan kies je voor variant 2.
    2. Vergoeding zonder declaratie: tegemoetkoming voor inzet en/of in extra kosten* Je kunt de inzet en de gemaakte kosten vergoeden tot een gezamenlijk maximaal bedrag van 210 euro per maand en tegelijkertijd maximaal 2.100 euro per jaar. Let op: de vergoeding voor bestede tijd, mag niet meer bedragen dan maximaal 5,50 euro per uur (onder 21 jaar: maximaal 3,25 euro per uur).

      Bij deze variant moet je goed opletten als je tevens bestede tijd en reiskosten wil vergoeden. Voor de vergoeding voor de inzet tellen voor de uurnormtoets (5,50 euro of 3,25 euro) kostenvergoedingen niet mee, maar de gezamenlijke waarde van de vergoeding voor inzet en de kostenvergoedingen mogen niet uitkomen boven de maand- en/of jaarnormen (210 euro en 2.100 euro)!

 

Voorbeeld 1
Je vergoedt in een maand 20 uur tegen 5,50 euro. Dat is 110 euro. Je kent tevens een reiskostenvergoeding toe van 0,25 euro/km. De vrijwilliger declareert 240 kilometers voor wedstrijdbezoeken. Dit is 60 euro. De totale vergoeding in deze maand bedraagt 170 euro. In deze maand blijft je binnen de marges van de vrijwilligersregeling.

Voorbeeld 2
De vrijwilliger uit voorbeeld 1 declareert meer dan de genoemde 240 kilometers, namelijk 500 kilometers. Dan bedraagt de totale vergoeding 235 euro in die maand. Hiermee wordt de vrijwilligersnorm overschreden. In dit geval moet je toetsen of de samenwerking als dienstbetrekking in fiscale zin is te duiden. Is daarvan geen sprake? Dan geeft je de toegekende vergoeding door aan de Belastingdienst door middel van een IB 47-melding. Uiteraard is het raadzaam dit ook aan de vrijwilliger te laten weten.

*Onder extra kosten wordt verstaan: kosten die de vrijwilliger niet zou maken als hij de activiteiten niet verrichtte, bijvoorbeeld: extra lunchkosten, omdat men niet thuis kan lunchen.

Meer informatie

Wil je meer informatie over vrijwilligerszaken? Neem dan contact op met de WOS via info@sportwerkgever.nl