Spring naar content

Prinsjesdag 2022 - Samen aan de slag voor een sterkere sector

Terug

Als reactie op de uitkomsten van Prinsjesdag delen wij graag onze mening over hetgeen wat wel en niet naar voren is gekomen.

Beste sportliefhebber,

Dat we te kampen hebben met een gigantische inflatie behoeft geen introductie. Daarin zijn we als sportsector niet de enige. Werkgevers in alle sectoren, maar ook de werknemers thuis, ervaren de vervelende gevolgen van de stijgende prijzen van energie en dagelijkse boodschappen. We horen geluiden van verenigingsleden die de contributie amper meer kunnen betalen en daardoor gedwongen worden op te zeggen, verenigingen zelf die het door die optelsom financieel moeilijk hebben. Gelukkig zien we ook wat de sport juist zo sterk maakt: de verbinding in de maatschappij. Zo zette de Zaanse voetbalclub ZCFC de douches open voor leden die thuis niet meer kunnen genieten van een warme douche. Een prachtig initiatief.

Toch heeft de sport het zwaar. Het probleem waar de sport tegenaan loopt is fors. Met een tekort aan inkomsten als gevolg van de corona pandemie nog vers in het geheugen, zijn nu juist kostenstijgingen onontkoombaar. Oplopende rekeningen voor verenigingen en organisaties hebben verregaande gevolgen. Als de financiële middelen niet toereikend zijn, gaat dit ten koste van werknemers, leden en de kwaliteit van de Nederlandse sport. Wanneer sportverenigingen, simpelweg omdat ze wel moeten, de contributie omhoog gooien, of organisaties financieel in zwaar weer verkeren, zullen noodgedwongen nog meer leden afhaken en dreigt het lid en de werknemer het nog lastiger te krijgen. Ondanks dat de corona pandemie ons juist leerde hoe belangrijk sportparticipatie is, dreigt opnieuw een keldering van het aantal mensen dat zich deelname aan sport kan veroorloven.

Deze problematiek vraagt om urgente steun vanuit de politiek. Vandaag werden de plannen voor 2023 gepresenteerd. Zo werd duidelijk dat er meerdere maatregelen worden genomen om financiële ondersteuning te bieden. Er werden onder andere plannen bekendgemaakt om de energierekening te verlagen, en het minimumloon en de arbeidskorting te verhogen. Verder neemt bijvoorbeeld de onbelaste reiskostenvergoeding toe. Het is een eerste stap om de koopkrachtafname te beperken. Maar duidelijk is ook dat er voor iedereen een rekening overblijft en dat zal veel gezinnen dwingen te kiezen wat nog wel en wat niet meer kan.

Voor de sport hadden we meer verwacht en had meer gemoeten. Uit de begroting blijkt namelijk dat de overheid ruim 60 miljoen bezuinigt op de sportakkoord middelen. Waar een verhoging van het normbedrag voor buurtsportcoaches noodzakelijk is, blijkt nu dat het voornemen is om de regeling volledig over te hevelen naar een ander ministerie zonder de benodigde extra middelen. We verwachten een Nederlandse overheid die het belang van de sportsector erkent; niet alleen in woorden, maar ook in daden. Die verenigingen actief steunt om hen door deze crisis heen te loodsen. Denk hierbij aan meer geld voor het Jeugdsportfonds en buurtsportcoaches, een inflatiecorrectie toegepast op de budgetten voor sportorganisaties en initiatieven, ook via gemeenten en provincies. Allemaal mogelijkheden die benut dienen te worden zodat we als sport door kunnen gaan en zoveel mogelijk mensen, vooral de kinderen, kunnen blijven sporten.

Tegelijkertijd vraagt de huidige situatie om initiatieven vanuit werkgevers en vanuit ons, de WOS. Allereerst  maken we ons hard om onder andere bovenstaande ideeën gerealiseerd te krijgen. Dit doen we door continu in gesprek te blijven met beleidsmakers. Ook kijken we naar wat wij zelf met directe initiatieven kunnen betekenen voor de sportsector. Het kabinet heeft werkgevers opgeroepen de lonen extra te verhogen. Ook bij ons wordt de discussie gevoerd om de cao open te breken en de indexering van 2% te verhogen. Dit is echter voor onze sector geen haalbare optie. De CAO Sport is van toepassing op veel organisaties in de sector. Ondanks dat hier grotere sportorganisaties onder vallen met goede financiële middelen, is dit niet voor iedereen weggelegd. Een hogere indexering verplicht elke gebonden organisatie hieraan en heeft daarmee verregaande financiële gevolgen voor zij die hier niet de middelen voor hebben. 

Een generieke maatregel als een cao verhoging gaat dus niet, wat niet wegneemt dat werkgevers die daar de ruimte voor hebben iets zouden moeten doen voor hun werknemers. Omdat de CAO Sport een minimum cao is, is hiervoor ook de ruimte. Vanuit de sector horen we bijvoorbeeld initiatieven rondom eenmalige uitkeringen en pensioenregelingen. Om inzicht te krijgen in de mogelijkheden, hebben we dit overzicht samengesteld. Zo willen we werkgevers helpen om je werknemers te ondersteunen waar mogelijk, ook als je middelen beperkt zijn.

We roepen de politiek op om de sportsector te ondersteunen. Tegelijkertijd vragen we werkgevers om creatief te zijn om werknemers waar mogelijk te helpen. Ook wij willen zoveel mogelijk met onze leden in de sport meedenken. Als je als werkgever vragen hebt, een sparringpartner zoekt of eigen ideeën wil delen met de sector, kan je altijd bij ons terecht. Kijk op www.sportwerkgever.nl of mail naar info@sportwerkgever.nl.

Met sportieve groet,
Margo Vliegenthart, voorzitter Raad van Toezicht WOS