Spring naar content

Update VBAR (ZZP) | Ondernemerschap wordt gelijkwaardig criterium

Terug

Minister van Hijum gaat het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) aanpassen. Bij het beoordelen of iemand werknemer of zelfstandige is, wordt ondernemerschap een gelijkwaardig criterium. We leggen je uit hoe je hier als werkgever mee omgaat.

Meer over de handhaving op schijnzelfstandigheid en VBAR:

Wat gebeurt er ook alweer?

Per 1 januari 2025 is de Belastingdienst gestart met actieve controle op schijnzelfstandigheid. Dit houdt in dat zij beoordelen of opdrachtnemers daadwerkelijk als zelfstandigen opereren of feitelijk een dienstverband hebben. Wanneer een arbeidsrelatie als loondienst wordt aangemerkt, kan dit leiden tot naheffingen voor loonbelasting en premies voor werknemersverzekeringen. Als het aan de minister ligt, gaat de wet per 1 januari 2026 in, waarmee nieuwe criteria worden vastgelegd voor het bepalen van een arbeidsrelatie. 

De drie criteria in de VBAR wet

De beoordeling zal plaatsvinden op basis van drie pijlers:

  • Werknemerschap. Criteria die er op wijzen richting werknemerschap, bijvoorbeeld of iemand aansturing krijgt.
  • Zelfstandigheid. Criteria die erop wijzen dat iemand zelfstandig kan werken, bijvoorbeeld dat iemand zelf risico loopt binnen de opdracht.
  • Ondernemerschap. Criteria die gaan over (extern) ondernemerschap, bijvoorbeeld of iemand btw afdraagt, investeert in het eigen bedrijf of tijd en geld besteedt aan het werven van klanten.

In de eerdere plannen voor de VBAR werd het criterium ondernemerschap alleen meegenomen als de andere twee criteria in balans waren. In het wetsvoorstel is dit gewijzigd: alle drie de criteria zullen even zwaar meewegen in de beoordeling.

Wat houdt het criterium ondernemerschap in?

Door ondernemerschap als volwaardig criterium op te nemen in de nieuwe wetgeving, wil men het aantal schijnzelfstandigen verminderen en zzp’ers die echt als ondernemer werken, beter beschermen. Dit houdt in dat zzp’ers niet alleen een eigen onderneming moeten hebben, maar ook daadwerkelijk ondernemerschap moeten tonen. Dit kan bijvoorbeeld door het voeren van een eigen administratie, het zelf verkrijgen van werk, risico’s nemen en het hebben van meerdere opdrachtgevers.

Hoe bereid ik mij als werkgever voor op de VBAR wetgeving?

Werkgevers in de sport- en beweegsector moeten zich voorbereiden op de verandering van deze wetgeving. De belangrijkste vraag is: Hoe kan een zzp’er aan het criterium ondernemerschap voldoen?

  • Eigen onderneming en risico’s: De zzp’er moet aantoonbaar ondernemer zijn. Dat wil zeggen dat ze bijvoorbeeld eigen marketing doen, meerdere opdrachtgevers hebben en zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen werk. Dit is een van de belangrijkste veranderingen voor sportwerkgevers.
  • Controleer het criterium ondernemerschap: Als je zzp’ers inzet in je sportorganisatie, is het belangrijk om te controleren of ze daadwerkelijk aan de eisen van ondernemerschap voldoen. Hebben ze een KvK-registratie en een bedrijfsstructuur die overeenkomt met ondernemerschap? Het is niet genoeg om te zeggen dat iemand een zzp’er is; ze moeten het ondernemerschap ook kunnen bewijzen.
  • Nieuwe handhaving van de belastingdienst: De belastingdienst handhaaftvanaf 2025 strenger op de status van zzp’ers. Dit betekent dat als een zzp’er niet aan de eisen van ondernemerschap voldoet, de belastingdienst kan oordelen dat de werkrelatie een dienstverband is. Dit heeft niet alleen fiscale gevolgen voor de zzp’er zelf, maar kan ook voor de werkgever leiden tot een naheffing van belastingen en sociale premies.

Heb je vragen?

Heb je vragen over de VBAR wetgeving? Neem dan contact op met onze juridisch beleidsadviseur Eva, via e.vandenberg@sportwerkgever.nl. We denken graag met je mee. 

Ben je aangesloten bij NOC*NSF? Dan kan je ook bij je accountmanager terecht voor ondersteuning.